‘Waarom’, vroeg een klant deze week, ‘denk ik altijd aan de slechte dingen en vergeet ik de goede dingen?’ Het is waarschijnlijk niet zo zwart/wit, maar voor een deel klopt het wel.
Dat heeft met ons brein te maken. Onze hersenen zijn namelijk ‘voorgeprogrammeerd’ om gevaar te zien.
Toen de mens nog als mens in de kinderschoenen stond, was dit onontbeerlijk om te overleven. Een wild beest of giftige planten konden doden of ziek maken. We waren in de oertijd- als we eropuit gingen- constant alert om zulke situaties te vermijden.
Nu leven we in een heel ander tijdperk
maar
dat brein van toen hebben we nog.
We zijn nog steeds beducht op gevaar. Zie je een auto op je afkomen, spring je opzij. Een gloeiende BBQ ga je niet aanraken.
Onze
alarmknop is dus normaal gezien functioneel.
Je kan angst dus zien als een gegrond wantrouwen.
Natuurlijk kan je niet altijd bang zijn. Er moet rust zijn, zodat we kunnen recupereren.
Maar hoe zet je dit systeem nu uit?
Wel : NIET.
Pardon?
Echt uitzetten, kan je het inderdaad niet. Denk bijvoorbeeld aan je huilende baby die je zelfs uit je diepe slaap haalt. Of een ander geluid in je huis dat niet normaal is.
Maar je kan wel leren om onderscheid te maken tussen functionele angst en ongegronde angst.
En dat leer je als kind al.
Je gaat bijvoorbeeld met je ouders naar de kinderboerderij en ziet daar een (voor jou) levensgrote ezel staan. Maar je vader neemt je op zijn arm, en spreekt op geruststellende toon: ‘ Dit is Dunky. Dunky is zacht en lief. Kom we gaan hem eens aaien’.
Het gevoel van veiligheid dat je vader je geeft, doet je de stap nemen om Dunky te aaien.
Je krijgt vertrouwen om het te doen.
Je vader is je secure base.
Of herken je dit?
Je had voor de eerste keer mondeling examen. Je was bijna ziek van de zenuwen. In de gang stonden stoelen waar je mocht zitten tot je aan de beurt was.
En daar was je vriendin. Die was net geweest. Ze kwam naast je zitten en zei: ‘Je gaat dat goed doen. Het viel echt mee. Kom op, je hebt zo goed gestudeerd. Ik wacht wel tot je klaar bent’.
En je vertrouwen groeide.
Je vriendin was je secure base.
In heel onze kindertijd, tienertijd en ook nu als volwassenen hebben we nood aan zo’n basis voor vertrouwen. Want vertrouwen en angst werken niet samen.
Waar vertrouwen is, gaat angst weg.
Nu hoeft zo’n basis niet altijd een mens te zijn.
Voor een overspoelde tiener kan een eigen kamertje met zijn eigen rommel 😊 en muziek een veilige haven zijn.
Zelfs in je hoofd kan je een secure base installeren. Je kan jezelf bijvoorbeeld trainen om met je gedachten naar een veilige plek te gaan. Als je dan overweldigd wordt door emoties, kan je even gaan zitten en in je hoofd ernaar toe gaan.
Wie een diep verlies lijdt, voelt vaak dat het vertrouwen weg is. Je denkt: dit komt nooit meer goed. Ik kan dit niet. Dit is geen leven meer.
Je angst om (verder) te leven is groot en deze angst is niet functioneel maar eerder beperkend.
Dan heb je terug wat vertrouwen nodig; een secure base.
Wie of wat geeft je op zo’n moment een veilig gevoel? Wie luistert naar je? Waar of bij wie voel je je geborgen? Vol vertrouwen? Mag je zijn wie je bent?
Wie helpt je kijken tot een ander perspectief?
Ook professionele hulp kan fungeren als een plek waar je je veilig voelt en terug vertrouwen kan winnen.
Heb je behoefte aan een gesprek?
Neem even contact op. 0489-55.41.32 of karin@senkaflex.be
Ik wens je vele veilige plekken….
Reactie schrijven